In de ban van Burlesque (Telegraaf door Marco Weijers)

burlesque

AMSTERDAM – 8-10-2018  De Amerikaanse burlesque-artiest Dita Von Teese (46) staat vrijdag en zaterdag in een vrijwel uitverkocht Carré. Wat trekt mensen zo aan in dit soort sexy shows? Een underground-feestje in Amsterdam verschaft antwoorden.

Burleske heeft een lange traditie. Oorspronkelijk verwijst de term naar een toneelvorm die in de zestiende eeuw in Italië ontstond. Hoogdravende onderwerpen werden op plat-komische wijze voor het voetlicht gebracht. Vandaar ook de naam: ’burla’: Italiaans voor grap.

In het Victoriaanse Engeland begon de vlag ’burlesque’ – met een Q dus – echter een heel andere lading te dekken. Het kwam te staan voor theatrale spektakels waarin parodie en ironie werden gecombineerd met lichtelijk gewaagde dansoptredens. Eind 19e eeuw kwam deze vorm van variété in Engeland gaandeweg in de verdrukking door de opkomst van de musical.

In Amerika bleef burlesque veel langer populair. Zeker in de jaren 20 en 30 was het een bloeiend genre, met sterren als Gypsy Lee Rose, Sally Rand en Tempest Storm. Gaandeweg gingen er tijdens de optredens ook steeds meer kleren uit. Waardoor de grens tussen sexy showdans en strippen steeds verder vervaagde en de shows zó plat en seksueel werden, dat ze in ’t verdomhoekje raakten.

Glamour
Pakweg een halve eeuw later won het genre onverwacht toch weer aan populariteit. Dita Von Teese stond aan de wieg van die revival, begin jaren 90. In haar eigen woorden: ’I’ve put the tease back into striptease’. Ofwel: ’ik maakte strippen weer spannend’. De nadruk kwam daarbij zoals vanouds te liggen op shows vol glitter en glamour. Op verleiding, in plaats van op naakt.

Elf jaar geleden verbaasde de Nederlander Marco Buschman – alias DJ Charly – zich erover dat burlesque het wél goed deed in andere landen, terwijl het genre in Nederland nog nauwelijks leefde. Afkomstig uit de rock ’n’ roll-wereld en actief als retro-deejay en organisator van feestjes, besloot hij in dat gat te springen.

„Mijn moeder was een van de eerste vrouwelijke barkeepers en werkte in het casino van Noordwijk”, vertelt Buschman. „ Bij haar stamgasten – onder wie bekende mensen als Freddy Heineken en Pistolen Paultje – stond ze bekend als Spaanse Ans. Omdat ze altijd van die prachtige jurken droeg, met ruches, kousen, kant en jarretelles. Ik grap daarom wel eens dat ik het kind ben van de eerste Nederlandse burlesque-danseres.”

Showdans
Door initiatieven als de door Buschman georganiseerde burlesque-feestjes won dit showdans-genre ook in ons land aan populariteit. „Er inmiddels enkele tientallen Nederlandse performers die geregeld optreden”, zegt Maan Leo (32) uit Utrecht. Zij werkt als hoofd communicatie bij het University College in Middelburg, maar betreedt in haar vrije tijd het podium als Zizi Zinnona. Ook deze avond in De Nieuwe Anita in Amsterdam, tijdens DJ Charlie’s Burlesque Freakout.

Zizi Zinnona’s stijl is ’neo-burlesque’, vertelt ze. „Wat Dita Von Teese doet is ’old school’: zij knipoogt naar de hoogtijdagen van het genre, met korsetten, veren, glitters, waaiers en handschoenen. Bij neo-burlesque gaat het vooral om het vertellen van een persoonlijk verhaal. Zo ben ik zelf heel politiek betrokken. Dat zie je ook terug in mijn acts, die echt een boodschap hebben: ik breng een ode aan Angela Merkel en mijn andere performance vanavond heet Trump and the feminists.” Lachend: „Door met mijn borsten te schudden, hoop ik de wereld te verbeteren.”

Haar eigen man stuurde Maan Leo zo’n zes jaar geleden voor het eerst het podium. „Ik heb een achtergrond in theaterwetenschappen en bij burlesque optredens die we samen bezochten had ik vaak veel kritiek. Waarop hij uiteindelijk riep dat de beste stuurlui altijd aan wal staan en dat ik zelf maar eens moest bewijzen dat ik het beter kon.”

Workshop
Haar stadsgenote Christine Breur (38) – hoofd bedrijfsvoering bij een jaarlijks kunstenfestival – treedt op onder de naam Violet Moonshine. Zij raakte zo’n zes jaar geleden in de ban van burlesque toen zij zelf een workshop volgde. „Aanleiding was dat ik teveel in mijn hoofd zat. Ik wilde mijn lijf meer voelen. Burlesque bleek een ontdekking waarin veel van mijn interesses en voorkeuren samen kwamen. Zo gebruik ik in mijn optreden een contrabas: een oude liefde van mij.”

„Zeker in het begin was het wel een drempel om op te treden”, bekent Breur. „Maar ik krijg er vooral ook heel veel energie van. Dat komt omdat ik daar toch maar durf te staan en door het publiek, dat meestal voor de meerderheid uit vrouwen bestaat. De etiquette is dat de zaal je aanmoedigt en luidkeels juicht bij alles wat je laat zien. Dat voelt als een warm bad. Ook word je er een beetje high van.”

„Met platte seks heeft het dus allemaal niks te maken”, benadrukt Maan Leo. „In plaats van sleazy is het juist sensueel en verleidelijk. Ook omdat helemaal naakt nooit het einddoel is. Broekjes blijven aan, tepels bedekt. Bij burlesque wordt de vrouwelijkheid gevierd in alle vormen, soorten en maten die er zijn. Niet alleen met strakke jonge lijven dus.”

Zelfvertrouwen
Voor bezoekster Christel Bertels (51) – ’ik ben kantoorbediende’ – is dat laatste precies de reden van haar komst. „Het zelfvertrouwen waarmee die vrouwen op het podium staan en het enthousiasme waarmee zij worden ontvangen, vind ik prachtig. Ik zou het zelf niet durven, maar vind het fijn om naar te kijken.”

Samen met haar man Alexander (49) – onderofficier bij de Belgische luchtmacht – is Bertels dan ook geregeld bij burlesque optredens te vinden. „We kleden ons mooi aan en maken er een feestje van.” Als Dita Von Teese straks Antwerpen aandoet, zijn ze ook van de partij. „We hebben de kaartjes al klaarliggen.”

Veel van de aanwezigen op Burlesque Freakout wordt dat genoegen eerder gegund: eind deze week al, in Carré. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Duitse Nina Wolfram (31), die in Amsterdam woont en softwareontwikkelaar is bij de ING. „Ik vind burlesque heel feministisch, op een speelse manier. En Dita Von Teese volg ik al jaren. Ik wilde haar al heel lang een keer live zien. Geweldig dus dat die wens later deze week gaat uitkomen.”

Dit stuk is gepubliceerd in de Telegraaf.  Geschreven door Marco Weijers.